De drie broers van Hofmans Zeefdrukkerij”
Er wordt vaak gedacht dat de zoons van de baas in een gespreid bedje terechtkomen. Die vlieger gaat niet op voor de broers Hofmans van de gelijknamige zeefdrukkerij uit IJsselstein. In 1994 overleed hun vader onverwacht in een tijd dat het ronduit slecht ging met het familiebedrijf. Een van de eerste taken van Ries, Eric en Frank: personeel ontslaan.
De oorsprong van Hofmans Zeefdruk ligt in 1937 in Utrecht. In de Domstad bouwt grootvader Hofmans, steendrukker, aan de fundamenten van de hedendaagse zeefdrukkerij van zijn kleinzoons Ries, Eric en Frank. In 1954 verhuist hij zijn bedrijf naar het centrum van IJsselstein. Als de grondlegger onverwacht overlijdt, neemt zijn zoon, André Hofmans, ingenieur weg- en waterbouw, de zaken waar. Eigenlijk wil deze maar een jaartje blijven, liever wil hij bruggen bouwen. Zijn zoon Ries, commercieel directeur van het huidige Hofmans Zeefdruk: ‘Uiteindelijk is dat ene jaar uitgegroeid tot een periode van dertig jaar. Mijn vader vond het werk veel te leuk.’
In 1968 schakelt senior over op de moderne techniek van het zeefdrukken. Als een van de eerste in zijn branche gaat Hofmans bovendien op de nieuwe kunststof PVC drukken. De zaken gaan de IJsselsteiners voor de wind en Hofmans wordt een begrip in de wereld van de zeefdruk.
Zoals gebruikelijk in het familiebedrijf werken de drie zoons Ries, Eric en Frank in hun zomervakanties mee in de zaak, aan het woonhuis gelegen. Eigenlijk is broer Frank, de benjamin, de enige die een carrière in de grafische sector ambieert. Hij gaat dan ook naar de grafische MTS en treedt in dienst bij de achterbuurman, een offset- drukker. Het is de bedoeling dat hij later een offsetdrukkerij binnen het familiebedrijf zal opzetten. Ries, de commerciële man, deed ‘nogal lang over de havo’, zoals hij zelf spottend zegt. En hoewel hij eigenlijk piloot wil worden, gaat hij het eerst eens een jaartje bij zijn vader proberen. ‘Ik vond het werk zo leuk dat daar niets meer van is gekomen’, aldus Ries. Eric, de middelste, heeft net als Ries geen vastomlijnde toekomstplannen. Ook hij gaat het na zijn MBO-logistiek eens een jaar proberen in de zeefdrukkerij van zijn pa.
Broers in business
Senior ziet het wel zitten, drie zoons in zijn zaak. Hoewel hij wel eens zegt de zeefdrukkerij te zullen verkopen als zijn zoons het familiebedrijf niet willen voortzetten, ervaart Ries dit niet als pressiemiddel. ‘Mijn vader vond het gewoon leuk als wij zijn werk zouden voortzetten. Diep in zijn hart was het zijn grootste wens. Maar: hij heeft ons niet gedwongen. Ik wilde het graag een jaar proberen en bleek het werk leuk te vinden. Het idee een bedrijf uit 1937 voort te zetten, trok mij ook aan. Eric had inmiddels aangegeven in de zaak te willen en Frank werkte al in de grafische sector. Ik was de laatste die instemde.’
Ries en Eric hebben een inbreng in de zaak. Zij weten senior te overtuigen van het nut de boekhouding te automatiseren en meer buitenlijnen te nemen voor de telefoon. Ook scholen ze hem bij. Ries: ‘Wanneer mijn vader de telefoon opnam, zei hij altijd op norse toon: “Hofmans”. Meer niet. We hebben hem gezegd dat hij het toch echt vriendelijker en duidelijker is wanneer hij opneemt met “Met Hofmans Zeefdruk”! Mijn vader was ook geen voorstander van een autotelefoon. Dat hebben we er toch door weten te drukken. Later vond hij het toch wel handig. Mijn vader temperde ons een beetje. Hij heeft ons fors aangepakt en trouwens, het personeel probeerde ons, de zoontjes van de baas, ook flink uit. Pa heeft ons flink op onze bek laten gaan maar daar hebben we veel van geleerd. Achteraf bleek hij het allemaal gestuurd te hebben. Hij voelde aan waar onze interesses lagen, zette ons op dat spoor en duwde ons verder.’
Goede tijden, slechte tijden
De jaren 1991 en 1992 zijn vet voor de zeefdrukkers uit IJsselstein. Er is buitengewoon veel vraag naar het bedrukken van PVC ringbanden, hun specialisme. De familie draait een recordomzet en het aantal medewerkers verdubbelt in korte tijd. Voor de derde keer in het bestaan van Hofmans Zeefdruk, moet de onderneming wegens ruimtegebrek verkassen.
Maar dan begint de malaise. De bodem onder het oude onderkomen van de zeefdrukkerij blijkt ernstig vervuild. Het familiebedrijf moet de peperdure sanering financieren. Tot overmaat van ramp stort ook de PVC markt ineen omdat PVC het milieu te zeer zou belasten. De vraag naar multomappen en dus ook naar het bedrukken ervan, daalt drastisch. Een van de grootste afnemers van Hofmans gaat failliet. Ries: ‘Het gebeurde allemaal in één jaar tijd’.
Maar het ergste leed blijkt nog niet geleden. In 1994 overlijdt Hofmans senior, het gezicht van de zaak, plotsklaps. De jonge broers staan er, gesteund door hun meewerkende moeder, alleen voor. En hoewel zij het personeel goed kennen, zijn zij toch nog broekies. Nog onervaren als leidinggevende directeuren zien zij zich voor de moeilijke taak gesteld het verlies draaiende bedrijf om te turnen in een winstnemende onderneming. Het enige geluk bij al dit ongeluk is dat de aandelen in waarde zijn gedaald. De zoons kunnen ze voor nop overnemen van hun moeder, de erfgename. Ries: ‘Het was nou niet bepaald een gespreid bedje waar we in terecht kwamen…’
Geliefd
Frank komt zijn broers vervroegd helpen en gedrie-en verdelen ze de taken. Ries wordt verantwoordelijk voor verkoop en promotie, Eric voor inkoop, planning en interne organisatie en Frank staat aan de pers en zal in de toekomst de productie gaan leiden. Het personeel moet echter erg aan de broers wennen want de wijze waarop zij leiding geven, verschilt van die van senior. Bovendien maken de broers zich niet bepaald geliefd wanneer ze gedwongen zijn mensen te ontslaan. Ries vindt het de moeilijkste taak die hij tot nu toe heeft moeten verrichten. ‘Een van de werknemers die we moesten laten gaan, werkte hier al dertig jaar! Maar we konden niet anders, we hadden veel te veel personeel.’
De broers krijgen ook te maken met onwelwillende klanten. Hoewel veruit de meesten begrip opbrengen voor de moeilijke omstandigheden waarin Hofmans Zeefdruk verzeild is geraakt, zijn er ook een paar die de dood van senior aangrijpen om nieuwe prijsafspraken te maken. ‘Daar zijn we niet op ingegaan’, vertelt Ries. ‘We willen ook geen zaken meer met hen doen.’
Balans
De broers zijn inmiddels vier jaar verder en kunnen voorzichtig de balans opmaken. Ries: ‘Toen we de zaak overnamen, draaiden we verlies. Het tweede jaar draaiden we quitte maar in het derde jaar ging het weer fout. Vorig jaar was ons eerste goede jaar. Dit komt onder meer door de stijgende vraag naar PVC. Onderzoek heeft aangetoond dat een PVC-map minder belastend is voor het milieu dan een kartonnen ringband. Een PVC-map is namelijk veertien keer zo duurzaam en kun je tien keer recyclen! We zijn ook meer in andere markten gaan werken, zoals golfkarton, waardoor we niet meer afhankelijk zijn van PVC. Ook hebben we ons klantenbestand verbreed. Als er een wegvalt, kunnen we dat best aan. De zaken lopen dus weer en we hebben een leuk team. Het personeel accepteert ons nu terwijl ze eerst dachten: “wat moeten die snotneuzen hier?” Men dacht dat we niet capabel genoeg waren om de kar te trekken. Dat is nu gelukkig anders. Ze weten nu ook om te gaan met onze manier van werken. We doen het anders dan mijn vader. Onze houding is meer “recht voor z’n raap”. We hebben de werknemers meer verantwoordelijkheid voor hun eigen werk gegeven. Ze mogen ook kritisch zijn, de baas heeft immers niet altijd gelijk. Ze mogen me best een klootzak noemen maar het moet wel gegrond zijn! We overleggen ook meer. Dat moest wel want iedereen was geschrokken dat we mensen moesten ontslaan. Niemand wist dat de zaken zo slecht gingen!’
Moe
Moeder Hofmans werkt ook nog steeds op de zaak. Dat doet ze al meer dan dertig jaar en als het aan haar ligt, blijft ze het nog lang doen. “Moe”, zoals Ries haar noemt, is een echt manusje-van-alles. Ze doet de boekhouding en staat soms achter de receptie. Als er iemand ziek is, staat ze achter de drukpers. ‘Drukken, stanzen, inpakken: moe is een echte vakvrouw’, aldus Ries.
Bovendien is moeder Hofmans, met haar dertig jaar werkervaring, vraagbaak voor haar zoons. ‘Wanneer we er met ons drie-en niet uitkomen, gaan we naar haar toe’, vertelt Ries. ‘Ze wil nog graag bij de zaak betrokken blijven.’
Nu het familiebedrijf van Hofmans weer lekker draait, is er ook weer ruimte voor ambitieuze plannen. Zo willen de broers graag een offset- drukkerij opzetten en enkele bedrijven overnemen. Ries heeft de smaak van het ondernemerschap te pakken en wil de druk (omzet!) voor geen goud meer missen. “Het geeft een kick om verlies om te zetten in winst. Ik vind het heerlijk met mijn broers te overleggen wat we gaan doen en hoe we het gaan doen. Een familiebedrijf is net een spannend jongensboek. Iedere dag denk ik: wat zal er morgen weer gebeuren?”
(Gepubliceerd in Het Grafisch Weekblad, 1998)